40daysinindia.reismee.nl

Dag 16 -18

Dag 16 (28 juli), Keylong- Leh

Een gretig gekwetter van vogels weerklinkt in onze oren als we om 4:00 door de donkere straten van Keylong lopen. De zware tas drukt op mijn schouders en in mijn hoofd heerst een lichte, maar wel venijnige pijn met de herinnering aan de twee biertjes van de avond ervoor. Ook Johannes beweert zich wel eens beter te hebben gevoeld. Na even wachten arriveert het taxibusje en kan de reis beginnen. Vandaag zullen er serieuze hoogten worden bereikt. Met voor ons de Kiwi’s, daarnaast de permanent slapende Tommeu, achter ons vier luidruchtige Israeliers en naast ons Hielee, het aardige meisje dat we al uit Rekong Peo kennen, jakkert het busje over de bekende hindernisrijke bergwegen. Er hangt een gezellig sfeert dat, door toedoen door de vier achter ons af en toe naar het irritante neigt. De voorruit heeft een ster ter grootte van een toiletbril. Gelukkig aan de linker zijde want zo heeft de chauffeur er geen last van. (In India wordt links gereden.) De stoel aan de linker kant wordt samen met een jerrycan door drie Indische jongens gedeeld. Johannes valt af en toe in slaapt maar ontwaakt dan weer snel als een hobbel of gat in de weg zijn hoofd tegen het raam of de ijzeren plinten eromheen doet klappen.

De eerste hoge pas die we over gaan is op 5040 meter en hier stappen we natuurlijk even uit om foto’s te maken. Ook stralen en Tommeu, Johan en ik wat urine richting het uitzicht. In een woestijnachtig stuk, we hebben al acht uur gereden, raakt de rechter voorband lek. Samen met de Indische jongens krikt de chauffeur de auto op en verwisseld het wiel. Als we vrij snel daarna weer verder rijden zegt de chauffeur dat we er in negen uren zullen zijn.

Van het ene op het andere moment rijden we uit het woestijnachtige gebied een lichtgroene hoogvlakte op. Waar we in de verte Tibetaanse wilde ezels zien. In tegenstelling tot de zwerfezels hebben zij een gezonde bruine kleur en lange atlethische benen. Spontaan veranderd de zacht, fijn zand dat we, na te zijn uitgestapt, omdat de bus vast is komen te zitten, speels door onze vingers laten glijden. Na hevige inspanning, duwen we de bus weer terug en kunnen we verder. De Israeliers achter ons brullen Hebreeuwse liederen en Hielee bekijkt lachend onze zwemfoto’s. Nu volgt er via stijle haarspeldbochten naar de op een na hoogste bergpas ter wereld: Tanglang La, 5400 meter hoog. Uitgestapt om foto’s te maken voelt Jackie, een van de Kiwi’s, wat hoogteziekte en viert Tommeu deze bijzondere gebeurtenis met een jointje. Dan dalen we af naar Leh en begint het donker te worden. Na een rit van 17 uur zijn we in Leh en vinden we met behulp van een taxichauffeur een niet onaardig guesthouse in upper Changspa, een rustige wijk in Leh. Er worden niet veel woorden meer gesproken en stromatrassen vallen in onverstoorbare slaap.

G.B.

Dag 17 (29 juli), Leh

Via een smal pad weten we een weg te vinden van ons guesthouse naar het centrum van Leh. In het dorstwekkende water langs het sprookjesachtige pad spelen kinderen en wassen ouderen hun potten en pannen. Op de zogeheten Changspa Road uitgekomen lopen we verder riching het centrum ontdekken dat deze stad zwermt van de touristen. Geen wonder, kijk om je heen. Na een yakcheese sandwich te hebben gegeten, vinden we blijkbaar beiden dat het tijd is om wat van de grotere Indische bankbiljetten stuk te gaan slaan. Nog voor we het centrum bereikt hebben heb ik een gitaar uit Kalkutta gekocht en Johannes een schitterende Boeddhistische Mantra. De man heeft anderhalve maand lang tien uur per dag aan deze schildering gewerkt. Het is zo gedetailleerd dat elke keer als Johan het te voorschijn haalt we nieuwe inscripties, sierlijke tekens en minuscule Buddha’s ontdekken. Absoluut geen geldverspilling! In het centrum aangekomen verdwijnen in chaos van koeien, ezels, pony’s, honden, auto’s, motoren, moslims, Lama’s, mountainbike’s, monniken, straatvuil, zwervers, mannen die “repairs in anything” aanbieden, hennameisjes, Koreanen en Taiwanezen, natuurlijk ook weer massa’s Isrealiers en andere touristen en een gezellige kakofonie van alle soorten lawaai.

Op een lange zoektocht naar het ons in Kaza aanbevolen Snow Leopard Conservancy, een niet commercieel, ecologisch informatiebureau, komen we langs een prachtige witte moskee met mintgroene lijnen, horizontaal over koepel en minaret. In de Boeddhistische tempel verderop is vandaag toevallig de Hoofd-Lama van Ladakh op bezoek. Is dit een hele belangrijke Lama en de tempel en het plein eromheen zijn dan ook afgeladen vol met beleidende Boeddhisten. Na de gezongen gebeden, weerklinkend door krakende luidsprekers, begint de Lama aan zijn toespraak. Gezien ons Ladakhi nog maar twee woorden kent, begrijpen wij hier niet alles van. Deze twee woorden zijn overigens: Julley; Hallo en Thuktjacha; Dankuwel. In het Snow Leopard Conservancy worden we vriendelijk ontvangen door een jonge vrouw die dezelfde hobby als Johannes heeft. Na een hele hoop nuttige informatie besluiten we overmorgen een aan een vijfdaagse trek te beginnen. Die avond eten we gezellig met de Kiwi’s op een dakterras. De bediening is traag, maar Johans chicken Tikka Masala en mijn Tibetaanse Thali smaken uitstekend.

G.B.

Dag 18 (30 juli), Leh

Nu volledig uitgerust van de lange busreis en de korte nachten begeven we ons voor de tweede keer naar het centrum van Leh. Door steegjes lopen we vervolgens weer naar boven waar het oude paleis, van dezelfde kleur als zanderige rots erachter, al meer dan 1000 jaar over Leh uit kijkt. Daar op het dak van het paleis de hete zon ons naar de fles water doet grijpen en we over het hele dal uit kijken, is het doolhof van kamers en gangen binnen koel en donker. Niet lang geleden is men begonnen met de restauratie en hoewel al een hoop werk is gedaan zijn er nog steeds veel mannelijke en vrouwelijke bouwvakkers (aan het slapen). Als we denken alle gangen te hebben gehad en weer door de poort weer naar buiten zijn gelopen wordt er een vermoeide maar gewillige blik verder de helling op geworpen. Boven op de rots staat een Gompa, genaamd Chamba Lhakhang. We klimmen naar boven. Uitkijkend over Leh besluiten wij dat de Lama’s geen aanleg voor hoogtevrees hebben. We kijken rond in de Gompa en zien onder andere een Boeddha van 8 meter hoog. “Die kan niet door de opening van deze deur gekomen zijn.” Denk ik.

Op de terugweg ontmoeten we Tommeu en Hielee op de Changspa Road. Zij lopen met ons mee om in onze kamer een gezellige kop mintthee te drinken. Ook zij zijn onder de indruk van de mantra die Johan gekocht heeft. Tommeu en ik spelen nog wat gitaar, maar dan is het tijd voor een koud bad. In een breed, diep, rustig stuk van rivier nemen Johan en ik een steenkoude duik. Tommeu en Hielee blijven op de kant zitten en dat moeten ze natuurlijk lekker zelf weten. Op de terugweg, na een hartelijk afscheid van vrinden komen we de Kiwi’s weer tegen en kunnen we meteen bij hun aanschuiven op een door bomen overschaduwd terras. Er is geen menukaart en dus eten we wat de pot schaft: momo’s, alweer. Natuurlijk is het weer gezellig. Dan eindigd de dag en liggen we popelend naar de trek, die morgen begint, onder de dekens. (Natuurlijk nog steeds met de handjes erboven.)

G.B.

Reacties

Reacties

mums

aub een foto van die mantra plaatsen. wil ook alvast een kijkje nemen

Johannes

Een foto zou niet genoeg zijn. Je zult moeten wachten tot je hem in het echt ziet:)

Anna

HĂ© jullie lopen meer dan een week achter met foto's en verhalen! Dat kan Ă©cht niet hoor, nu ga ik jullie niet Liken ;) hihi

Jelmer

Ontdek deze site nu pas, maar erg leuke verhalen! Zo heb ik wat leesplezier! Veel plezier nog en denk aan me.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!